Zodra hij vorig jaar het Gouden Konijn in zijn handen gedrukt kreeg, begonnen bij Niek Wagenaar de radertjes in zijn hoofd op volle toeren te draaien. Met het winnen van de Delft Fringe Festival Publieksprijs 2022 wist hij zich namelijk ook meteen verzekerd van een speelplek tijdens de komende festivaleditie. “Inspiratiebronnen, thematiek, dansers met wie ik aan deze nieuwe creatie wilde werken; het spookte allemaal onmiddellijk door mijn hoofd.” Na zijn prijswinnende – het publiek tot tranen toe roerende – choreografie over genderidentiteit, verdiept hij zich nu in de menselijke gevoelens die opspelen nadat we “de wereld met z’n allen over de rand van de afgrond hebben geduwd”.
Covid. Het klinkt gek, maar daaraan hebben we Nymphs – de publieksfavoriet van 2022 – toch min of meer te danken. Als derdejaars student van de dansopleiding Urban Contemporary van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten had Niek Wagenaar er net een stage bij de alom bejubelde Hofesh Shechter Company in Londen op zitten toen het coronavirus begin 2020 de wereld op zijn kop zette. “Van het ene op het andere moment viel alles stil. De voorstellingen, de lessen, alles!” Zin om maandenlang achterover te leunen had Niek echter niet. “Ik dacht: dan ga ik maar een eigen maakproces starten. De tijd bij Hofesh was overweldigend geweest. Hij spreekt in zijn werk zo’n specifieke taal, heeft zo’n totaal eigen kijk op dans en op hoe je je lichaam en emoties in dans aanwendt. Ik was heel benieuwd wat er zou gebeuren wanneer ik dat alles zou terugvoeren op mijzelf, ik wilde kijken naar wie ik – na de ervaringen bij Hofesh – nu eigenlijk zelf was. Ik voelde kortom sterke maakkriebels, maar er was”, zegt hij lachend, “ook een praktische reden: met zo’n onderzoek naar mijn eigen bewegingsidioom kon ik tenminste nog wat studiepunten vergaren.”
Als een kamikaze
Na de eerste aanloopfase vroeg Niek (inmiddels 23) vier danseressen om met hem aan Nymphs te werken, al kwam die titel pas later. “Ik ging eerst vooral op zoek naar mijn fysieke taal. Ik ben als een kamikaze gaan maken. Losse flarden choreograferen, metaforen onderzoeken, eigen idioom ontwikkelen. Dansen bij Hofesh was een droom, écht: als ik dit de rest van mijn leven zou moeten doen, zou ik niks missen; elke dag dat ik met hem werkte, haalde ik daar weer nieuwe dingen uit. Ik was dus best wel verwend, en juist daarom was het, vond ik, belangrijk om uit te vinden waar ik nu zelf eigenlijk stond. Na de maanden in Londen, maar ook na de geweldige, allround opleiding die ik in Amsterdam heb gekregen, ging ik op zoek naar díe aspecten die het meest bij míj resoneerden en die ík verder wilde ontwikkelen.”
Een van de dingen die Niek zich tijdens dat proces nog eens extra realiseerde, is dat hij een vrij androgyne manier van bewegen heeft, met een nadruk op sensitiviteit en sensualiteit. Helemaal verwonderlijk is dat niet, zegt hij. “Ik heb altijd heel erg in contact gestaan met de zachtere, meer vrouwelijke kanten in mijzelf. Als ik over straat loop, spreken mensen mij ook regelmatig aan als vrouw.” Lachend: “Als ik dan met een diepe, zware stem ‘hallo’ zeg, kijken ze verschrikt op.”
Van het ene in het andere hokje
En zo kwam hij uit bij genderidentiteit, ook omdat hij het liefst inspeelt op actuele, in deze tijd veelbesproken thema’s. “In samenspraak met de dansers ontstond er een pool aan woorden en associaties, en een daarvan was nimf. Dit van oorsprong mythische wezen stond met haar natuurlijke, zachte verleidelijkheid symbool voor de wilde, onberekenbare, en daardoor juist zo pure schoonheid van de natuur. Maar tegenwoordig heeft het woord nimf eerder een negatieve klank, het wordt vooral gebruikt om mannenverslindsters te typeren, vrouwen voor wie je als man moet oppassen. Maar waarom kan een man zelf geen nimf zijn? Zijn sensualiteit en verleidelijkheid echt zo gender-gebonden? En moeten we dit soort hokjes niet willen overstijgen, of leidt dat er alleen maar toe dat we in nieuwe hokjes worden geplaatst?”
Superpittig én fantastisch
Na de researchfase kreeg Niek de kans om Nymphs in het voorjaar van 2022, vanaf nu met een gemende danserscast, verder te ontwikkelen tijdens een residentie bij Magnezy Dance Company in Schiedam. “Vooral van de dramaturgische coaching die ik hier kreeg, heb ik enorm veel geleerd.” De residentie werd besloten met een eerste informele viewing en al snel daarna was Nymphs te zien tijdens Mittelyoung, een jongemakersfestival in Italië, waar het meteen de juryprijs in de wacht sleepte. Kort daarop gevolgd door maar liefst twaalf voorstellingen tijdens het Delft Fringe Festival, dat dus ook de officiële Nederlandse première presenteerde.
Niek: “Welke beginnende maker krijgt nou de kans om meteen twaalf keer achter elkaar te spelen, en dan ook nog eens op zes verschillende locaties? We stonden in de bibliotheek tussen de boekenkasten op de kinderafdeling, maar bijvoorbeeld ook in het Vakwerkhuis, het Microtheater en in een prachtige grote, open ruimte in Museum Prinsenhof, waar het stuk echt heel mooi tot zijn recht kwam. Het was superpittig en bizar, maar ook ronduit fantastisch.”
Geweldige boost
Al gauw merkte Niek hoezeer het publiek geraakt werd door zijn choreografie. “Veel toeschouwers waren in tranen. Sommigen kwamen wel drie keer kijken, onder wie zelfs medewerkers van het festivalteam. Het was heel bijzonder om te zien dat mensen die normaal niet vaak of misschien wel nooit naar dansvoorstellingen gaan zich er zó voor open durfden te stellen, en dat een puur fysieke ervaring blijkbaar toch zoveel kan oproepen.” In hoeverre het thema van de choreografie daaraan bijdroeg, durft hij niet te zeggen. “Nymphs gaat over gender, identiteit, over vrijheid, maar mensen mogen er van mij ook iets totaal anders in zien. Of jij nu denkt dat de choreografie handelt over begrip hebben voor je medemens, of dat je er vooral uithaalt dat je de kleur geel toch eigenlijk wel een heel lelijke kleur vindt: ik vind het allemaal prima, zolang ik mensen maar iets kan laten voelen.”
Toch had hij, ondanks de vele lovende reacties, het winnen van de Publieksprijs niet helemaal zien aankomen. “De uitreiking is in een waas aan mij voorbijgegaan. Ik moest van een hoge trap naar beneden komen om het Gouden Konijn in ontvangst te nemen, was doodzenuwachtig, en kon nauwelijks verwerken wat er allemaal op mij afkwam. Maar ik ben ongelooflijk blij dat zoveel mensen mij dit gunden. Zo’n prijs is natuurlijk toch een geweldige boost; het helpt je enorm om als beginnende maker voet aan de grond te krijgen.”
Ultieme stimulans
Dat Nymphs, als winnaar van de Publieksprijs, ook mee zou gaan op de eerste, landelijke editie van Delft Fringe Festival On Tour realiseerde Niek zich toen nog niet eens. “Die tournee was echt heel tof. Allereerst om samen met Tappin-it Collective en de Prima Donna’s (winnaars van de Publieksprijs 2021 respectievelijk 2018 – red.) zo’n divers programma met tapdans, opera en moderne dans te mogen neerzetten, voor een publiek dat meestal nog niet heel bekend met moderne dans is.
Maar ook om in elf provincies op te treden en overal contacten te kunnen leggen. Want bedenk je wel, normaal kom ik als jonge maker echt niet binnen in een theater in Enschede of Sittard.” En hoe ‘tof’ is het dan dat je in die theaters meteen ook al je volgende werk kunt aankondigen, aangezien het winnen van de Delft Fringe Festival Publieksprijs automatisch ook het maken van een nieuwe productie – met première tijdens het eerstvolgende festival – inhoudt. “Dat is wel echt dé ultieme stimulans. Het moment waarop ik dat konijn kreeg, wist ik: oké, daar gaan we weer! Vanaf dan begint het nadenken over inspiratiebronnen, thematiek, dansers met wie je wilt werken, het schrijven van subsidieaanvragen, het interesseren van theaters en andere festivals.”
Duister, maar hoopvol
Al snel vond Niek de inspiratie voor zijn nieuwe creatie – getiteld After All – in de klimaatproblematiek en alle gevolgen van dien, of specifieker: in het naderende einde van de wereld. “De meesten van ons proberen misschien wel ons steentje bij te dragen, alleen: het is nog láng niet genoeg. We zetten zonnepanelen op ons dak, maar vliegen ook nog steeds massaal naar Bali. De vraag die mij interesseert, is: wat gebeurt er wanneer we de wereld met z’n allen over de rand van de afgrond hebben geduwd? Niet dat ik in beeld wil brengen hoe de wereld er dan uitziet – dat laat ik liever over aan filmmakers –, het gaat mij om de menselijke emoties die ons daarna parten spelen. Wat doet de overgang van overvloed naar schaarste met ons? Worden we geplaagd door gevoelens van eenzaamheid, verlies, schuld, frustratie? En hoe bouwen we, als dat al mogelijk is, in zo’n situatie weer een leven op?”
Hij realiseert zich dat hij hiermee min of meer hetzelfde thema heeft gekozen als Tappin-it Collective, de vorige Publieksprijswinnaar, voor hun voorstelling DOEMSDEE, die vorig jaar tijdens Delft Fringe Festival in première ging. “Maar waar zij kozen voor een luchtige en behoorlijk absurdistische aanpak, richt ik mij dus op de diepere menselijke emotie. Dat maakt mijn voorstelling ongetwijfeld duisterder en zwaarder, maar, vermoedelijk, ook hoopvoller. Ik wil mensen niet alleen waarschuwen en een spiegel voorhouden, maar, door een heel eigen, onverwachte invalshoek te kiezen, ook uitnodigen om samen in dit vraagstuk te duiken, om ons te verbinden en zo uiteindelijk misschien wel bij te dragen aan een oplossing.”
Geen weg terug
Op het moment dat dit interview plaatsvindt, is Niek net terug uit Engeland, waar hij opnieuw in een productie van Hofesh Shechter heeft meegedanst. En ook voor volgend seizoen staat nu al een serie optredens met Shechters gezelschap gepland. “Ik vind beide – dansen en choreograferen – nog steeds heel fijn. Maar ik merk wel dat ik steeds meer ‘invested’ raak in het ontwikkelen van mijn eigen idioom en stem. Ik blijf voorlopig sowieso in mijn eigen stukken meedansen en daarnaast zal ik de komende jaren als danser zeker nog korte projecten doen, althans zolang ik er, zoals bij Hofesh, ook echt zelf iets uit kan halen. Maar nu ik eenmaal de onafhankelijkheid en bevrediging van het zelf creëren heb ervaren, besef ik ook: er is geen weg meer terug. Als je als danser een goede voorstelling danst, denk je: o fijn, dat ging goed. Maar als je als maker mensen weten te raken, dan gil je je het van binnen uit: YESSSSS!!!! Die wisselwerking met het publiek tot stand te kunnen brengen, dat is gewoon pure magie.”
Interview: Astrid van Leeuwen
Foto: Sjoerd Derine