We moeten twee steile trappetjes op in molen De Roos om bij Pieter Jouke terecht te komen. In het zaaltje worden we niet alleen door Jouke, maar ook door een vrijwilliger van de molen ontvangen. Voordat de voorstelling begint, vertelt de vrijwilliger wat leuke wetenswaardigheden over de molen.
“Dat is de trein die door de spoortunnel rijdt,” verklaart hij het plotselinge bonkende geluid wat we horen.
“Dat ze die treinen niet bovenlangs laten rijden. Bijvoorbeeld op een viaduct,” grapt Jouke.
Momenteel zit Jouke middenin het scheppingsproces van zijn nieuwe programma. Een titel heeft hij alvast: “Gloeiende plaat” en het script ligt voor hem, op een tafeltje. Vanmiddag speelt hij een try-out, waarbij wij desgewenst input mogen leveren. Hij hoopt erop dat we vaak zullen glimlachen, maar dat er ook een paar keer een rollende lach klinkt.
Het eerste deel van zijn programma gaat over de hartritmestoornissen waar hij drie maanden geleden mee te maken kreeg. Hij verzocht de goden door op een zeldzame vrije vrijdagavond tegen zijn vrouw te zeggen: “Ik ben benieuwd hoe mijn lichaam hier op reageert.” Niet zo best, dus. Na een telefoontje naar de huisartsenpost, moest hij met spoed naar het ziekenhuis komen. Vervolgens zat hij urenlang in de wachtkamer, waar iedereen met zijn telefoon bezig was.
Jouke vertelt het verloop van zijn ziekenhuisbezoek met verve. Het publiek glimlacht en grinnikt regelmatig. Bij één grap blijft het stil. Die wordt meteen geschrapt uit het script.
Deel twee gaat over Joukes ervaringen met de zelfscanner bij Albert Heijn. Verstrooid als hij is (duidelijk gevalletje van ADHD) is hij bang dat hij vergeet om alle producten te scannen. En ja hoor, afgeleid door een leuke dame met wapperende rode haren vergeet hij een sixpack dure champagne te scannen. Juist die keer wordt hij gecontroleerd. Hij moet zich verantwoorden bij de manager en dat blijkt de mevrouw met de wapperende rode haren te zijn.
Het zijn allemaal momenten uit het dagelijks leven die Jouke met zijn vlotte babbel beschrijft, gelardeerd met een gezonde dosis zelfspot. Hij duwt zichzelf echter nooit in de slachtofferrol. En dat is mooi, want zelfmedelijden is nooit lachopwekkend.
Gaat Jouke een première tegemoet met een rollende lach her en der? Ik denk het wel. De basis is dik in orde.
In het Rietveld Theater, het kloppende hart van het festival, zag ik de laatste voorstelling van zaterdagmiddag. De drie mannen van Rake klappen met “Wielt het vuur uit”. Een woordeloze voorstelling waar de humor voor zich spreekt.
We maken kennis met een wereld van stress, dikdoenerij en geld verdienen. Dan opeens… een (oer)knal en alles is voorbij. De Wall Street jongens van daarstraks zijn gereduceerd tot oermensen, zonder communicatiemiddelen. Sterker zelfs: zonder taal én zonder kleding. Stuntelend met schapenvachtjes proberen ze hun edelen delen te bedekken. Maar wat nou als je honger hebt en nét niet bij die hoog hangende appel kan? Dan moet je inventief te werk gaan.
De oerdriften komen bovendrijven: jaloezie, lust, rivaliteit. Met acrobatiek en veel humor slagen de mannen er uiteindelijk in om de appel te bemachtigen. Dat de humor ‘lendendoekjes lol’ is, is voor de setting van het verhaal geen bezwaar. Er mag smakelijk gelachen worden om deze ongecompliceerde voorstelling. Als er al een moraal in zit is het deze: je bereikt het meest door samenwerking en communicatie. Zelfs als de communicatie alleen uit oerkreten bestaat.
Dit jaar is opera voor het eerst geprogrammeerd op Delft Fringe. Nu is opera niet ieders ‘ding’. Ook ik ben niet dol op deze discipline. Toch besloot ik uit nieuwsgierigheid naar de mini-opera “De eeuwige bruidsmeisjes” van Sassy te gaan.
Sassy wordt gevormd door mezzosopraan Astrid Klinkenberg, sopraan Sanne Vleugels en pianiste Cynthia Liem. Het drietal heeft de Genestetkerk als perfecte locatie. Het is natuurlijk prachtig om in bruidsmeisjestoilet gestoken over het middenpad van de kerk te schrijden, terwijl je op suikerzoete wijze de Bruidsmars zingt. Of niet? De bruidsmeisjes zélf vinden het om te kotsen!
Zodra ze uitgezongen zijn, roddelen ze er vrolijk op los over bruid Frédérique en haar lelijke echtgenoot Roderick. De dames lijken faliekant tegen trouwen gekeerd te zijn. Of is er soms sprake van jaloezie? Eén van de dames beklaagt zich er op theatrale wijze over dat ze geen leuke vent aan de haak kan slaan. Haar vriendin probeert haar tevergeefs te troosten. Zelfs een fles drank en een doos bonbons helpen niet.
Dan maar op mannenjacht in het publiek. De criteria zijn: een donkerharige man tussen de 25 en 35. En hij moet ook iets leuks hebben gestudeerd. Bijna is er een match: een man van 36 (ok, dat kan nog net), die sterrenkunde heeft gestudeerd. Maar nee, hij is te klein.
Ook met Tinderen loopt het verkeerd af: de dames blijven per ongeluk hangen aan ene Brian die erg goed is in het plaatsen van foute opmerkingen. Tenslotte komt de pianiste hen te hulp.
Om het lichtvoetige, grappige verhaal te illustreren is er gebruik gemaakt van Mozart, Brahms en Wagner. Lastig te verstaan, maar aan de mimiek van Klinkenberg en Vleugels is goed af te lezen waar de liederen over gaan.
Zowel Klinkenberg als Vleugels hebben ‘de lach aan hun kont hangen’. Je zou ze clowns kunnen noemen. Maar dan clowns die uitzonderlijk goed kunnen zingen. Want alle meligheid en ‘meidigheid’ ten spijt: wat een gouden stemmen hebben die twee! Een genot om naar te luisteren. Op deze manier is opera totaal niet elitair of oubollig, maar swingend, modern en luchtig. Zo kan het dus ook.
Buro Nieuw Perspectief bestaat uit vier dansers, vier musici en… een nader te bepalen ruimte. De locatie is een belangrijke ‘speler’. De dans en de muziek worden er helemaal op toegespitst. Daardoor máákt de ruimte de voorstelling. Dit keer draait alles om de bovenste verdieping van Galerie “Het Sigarenmagazijn”.
Aan het eind van een nauw steegje aan de Brabantse Turfmarkt ligt het gebouw. Op de bovenverdieping staan ladekasten langs de wanden. Her en der staan planken en balken tegen de muren. In het midden staat een aantal pilaren en ergens in de ruimte staat een lange, houten tafel. De dansers staan rond de tafel en voeren een aantal repeterende bewegingen uit. De lades in de tafel worden open en dicht geschoven in een bepaald ritme.
Opeens horen we een ander geluid ergens vandaan komen. Een man slaat met trommelstokken tegen een houten trap. Iemand anders trommelt tegen een paar planken en een vrouw slaat met een houten blok tegen de zoldering. Zo worden we telkens verrast door nieuwe geluiden. Geluiden die voortkomen uit voorwerpen die al in de ruimte waren, aangevuld met trompet-, klarinet- en cellospel.
Ondertussen maken de dansers optimaal gebruik van de verdieping. Ze incorporeren de balken en pilaren in hun dans. Als publiek mogen we gaan en staan waar we willen. Zo kunnen we de bewegingen van de dansers telkens vanuit een ander perspectief bekijken.
Het is bewonderenswaardig dat Buro Nieuw Perspectief telkens op andere locaties een totaal nieuwe voorstelling maakt in soms zeer korte tijd. De voorstelling voor Fringe werd in drie dagen in elkaar gezet. Het was een fascinerend schouwspel. Ik had er geen behoefte aan om er een verhaal of rode draad in te zien. De ritmes, de muziek en de bewegingen op zich waren al boeiend genoeg.