Toevalligerwijze heb ik vanavond drie dames op m’n programma staan en de eerste in de rij is Annemarie Brijder. Ze treedt op op een woonboot, vlakbij de Oostpoort. De stoeltjes worden van her en der aangesleept om iedereen een zitplaats te kunnen geven en de boot ligt vast dieper dan hij ooit gelegen heeft.
Het geeft een huiselijk gevoel, met z’n allen dicht opeengepakt in de huiskamer, terwijl de kat toekijkt vanaf het dressoir. Dat is precies de ambiance die goed bij Annemaries liedjes past.
Annemarie begint met een lief liedje over een geheime liefde. “Ik heb vannacht gedroomd dat ik je kuste,” zingt ze, zichzelf begeleidend op gitaar. Dat zijn van die dromen die je meestal niet durft te delen met het object van je affectie, want het gezond verstand zit in de weg. “Tussen hoofd en lippen wordt heel wat af gecensureerd”, zoals Annemarie het mooi verwoord.
Annemarie vertelt dat ze geen t.v. heeft en geen kranten leest. Toch vangt ze weleens wat nieuws op, waarover ze het liedje “Hoop” schreef. Op het journaal hoort ze dat er voornamelijk een hoop vergald, of een hoop afgeknald is vandaag. Daar tegenover staat dat er een hoop bomen zijn geplant. Dat een hoop mensen genezen is verklaard. Dat soort hoopgevende feiten worden niet in het journaal genoemd.
Daarop volgt een beeldschoon liedje over Nijmegen, geschreven in opdracht van haar lief. Al ben ik nooit in Nijmegen geweest, ik weet nu dat het een prachtige stad is. Niettemin zitten we hier ook niet verkeerd, met riant uitzicht op de gracht.
In een lied over een verloren liefde klinkt geen wanhoop of wraakzucht door, alleen gelatenheid en melancholie. En een raak, schrijnend zinnetje als: “Ik zie jou liever in haar bed”.
Tot dan toe heeft Annemarie alleen in het Nederlands gezongen. Ze heeft echter ook Franstalig repertoire en dat demonstreert ze door een mooi liedje over haar jonge nichtje te zingen. Althans, niet zozeer over het meisje zélf, maar over hoe bijzonder het is om haar broer als vader te zien.
Een ander mooi, verstild liedje gaat over een onbereikbare liefde. Een liedje met een lastig gitaarloopje, maar het komt helemaal goed.
Als afsluiter heeft Annemarie een gek, destructief nummer voor ons in petto met als titel “Ik ben er klaar mee”. En dan is ook het optreden, jammer genoeg, klaar.
Ik heb bijna alles met een grote glimlach aangehoord. Annemaries repertoire kenmerkt zich door optimistische teksten met prachtige taalvondsten, waarvan elke zin raak is.
In het Rietveld Theater, het kloppend hart van Delft Fringe, zie ik de tweede dame van de avond: Fenneke Dam.
Fenneke bedient zich van diverse theaterdisciplines: acteren, zang en beweging. Het is voor mij even schakelen na het laid back optreden van Annemarie Brijder. Fenneke is zo ongeveer het tegenovergestelde. Ze is druk, energiek en behoorlijk aanwezig. Een intense persoonlijkheid die het grote podium in haar ééntje vult.
Met haar valt niet te spotten. We krijgen eerst duidelijke instructies over hoe wij ons, als publiek, moeten gedragen. We moeten stil zitten, niet praten (tenzij ons iets gevraagd wordt), niet eten, geen grote bewegingen maken en na afloop moeten we uiteraard applaudisseren.
Opeens komen we in een droomwereld terecht. Fenneke heeft het over een man in het publiek die opstaat en haar aanstaart, die na afloop zonder kloppen haar riante kleedkamer binnen komt, haar hartstochtelijk kust, waarna er twee witte leeuwen de kleedkamer binnen komen. Op de leeuwen gezeten rijden ze over een regenboogweg naar Ibiza. En abrupt zijn we weer terug bij het begin: de instructies.
Zo wisselt Fenneke voortdurend van scène en personage. Ze komt op, gezeten op een speelgoedtractor, wat een lach om het onverwachte veroorzaakt. Niettemin voegt de tractor verder niets toe aan het geheel. Een plat pratend type legt uit dat het in het leven om keuzes maken gaat. Ga je doen wat je leuk vindt of blijf je doen wat je doet.
Het is soms verwarrend en absurd wat er gebeurt. Al zijn er terugkerende thema’s: het nastreven van geluk en het zijn wie je bent, wat de kern van de voorstelling is, wordt mij niet duidelijk.
De laatste dame van de maandagavond is Isabel Nolte. Ook bij haar is de opkomst groot. Extra stoeltjes worden aangedragen op het zolderzaaltje van Bierhuis De Klomp. Isabel is alvast aan het inspelen en wanneer iedereen een plekje heeft gevonden, zingt ze “99 Luftballons” voor ons.
Isabel is Duits van oorsprong, maar woont alweer negen jaar in Nederland en haar Nederlands is onberispelijk. Ze wil eerst even haar excuus maken. Excuus dat ze nog niet doorgebroken is, want ze had toch wel verwacht dat ze nu in De Kleine Komedie zou staan in plaats van in Bierhuis De Klomp in een onesie.
Ja, die onesie: daar zit nog een verhaal aan vast. Die staat symbool voor een half jaar op de bank met liefdesverdriet. Liefdesverdriet om een jongen die Isabel had willen “redden”, zoals vrouwen dat plegen te doen. Over hem zingt ze het liedje “Ik leer jou het leven”.
Daarna gaat de onesie uit en onthult Isabel een frisse outfit: rood T-shirt en een rokje met een grappige print. Ze neemt ons mee naar haar geboortedorp: Stromberg, waar je Ober- en Unter-Strombergers hebt. Waar Eier Heinrich, een licht verstandelijke beperkte man, eieren rondbrengt op zijn fiets. Met Pasen doet hij dat in een hazenpak. Strombergers zijn trots op hun Strombergse pruimen en de jaarlijkse Strombergse pruimenmarkt, waar de Pruimenkoningin gekroond wordt. Niks mis mee. Toch ontvluchtte Isabel het kleine dorpje en kwam terecht in… Enschede.
Na vele omzwervingen (negen keer verhuisd in negen jaar) is Isabel nog steeds op zoek naar de ware. Waar vind je die? Op Tinder? Dat mondt uit in een geestig liedje met allerlei lekker gekunstelde woorden die op -inder rijmen, zoals “hij rijdt in een auto met één cylinder” en “in het echt is het veel minder”. Wanneer je je Tinder match in het echt ontmoet, blijkt hij toch vaak kleiner, kaler en minder interessant te zijn.
Hoewel ze van zichzelf zegt niet politiek geëngageerd te zijn, heeft Isabel toch een liedje over vluchtelingen geschreven met als uitgangspunt de Middellandse Zee. De zee vraagt niet: “Waar kom je vandaan?” of “Waarom spoel je hier aan?” Schipper mag ik overvaren? Moet ik met m’n ziel betalen? Het is een prachtige tekst, waar het publiek ademloos naar luistert.
Na het absurdistische sprookje over “Roodkrulletje en de wolf”, zijn we bijna aangekomen aan het eind van Isabels reis. Isabel volgt de goede raad van haar moeder op: “Word eerst in je eentje gelukkig en ga dan pas op zoek naar de liefde”. Daarom vertrekt Isabel in haar eentje naar zee, op ontdekkingsreis naar zichzelf. Met het lekkere meezingliedje “Chardonnay aan zee” nog in m’n hoofd fiets ik naar huis. Het was een geslaagde maandagavond met drie totaal verschillende dames.