In het Delft Fringe programmaboekje staat bij genre “poëzie” vermeld. Ik ben benieuwd wat het gaat worden. Een halfuur luisteren naar al dan gepassioneerde voordracht uit eigen werk? Of pakt Marco Martens het anders aan?
Het zou over vaders gaan, beloofde Martens ons. Inmiddels heeft hij zijn voorstelling wat breder getrokken: het gaat over familiebanden. Niet uitsluitend over familiebanden, maar dat is wel de rode draad.
Op de eerste rij van het Microtheater zitten zes Vlaamse dames, die vastbesloten zijn er een leuke avond van te maken. De drie heren op het podium zijn dat ook van plan. We zien v.l.n.r. Michiel van Iersel op elektrische gitaar, Joris Sedee op semi-akoestische en basgitaar en Marco Martens zanger, rapper, dichter, verteller.
Martens is kort geleden vader geworden en zegt daarover: “Het worden was niet moeilijk, maar ik oefen nog met vader zijn”. Daaruit vloeit een mooi, kabbelend liedje voort over wandelen langs de Maas, met een sfeer die doet denken aan “Waves” van Mr. Probz. Martens blijkt over een fijne, lichtelijke hese zangstem te beschikken. Nee, dit wordt (gelukkig) geen suf voorleesavondje.
Gaandeweg komen we steeds meer te weten over Martens’ leven. Hij komt oorspronkelijk uit Maarheeze, maar woont tegenwoordig in Rotterdam. Wanneer hij bij zijn ouders op bezoek komt, lijkt het dorp van zijn jeugd een andere wereld, wat hij treffend beschrijft in het nummer “Harm”, over een schoolvriend.
Met “nummer 12” grijpt Martens nogmaals terug naar zijn jeugd, toen hij ervan droomde profvoetballer te worden. In werkelijkheid bakte hij er niks van. Hij werd zelden opgesteld en ruilde op de bank voetbalplaatjes met een ander jongetje.
“Alles voorbij” is een verstild liedje over de laatste dagen van opa, een zwijgzame man. Martens probeert hem beter te leren kennen, maar de communicatie verloopt moeilijk omdat opa stokdoof is en zichzelf niet goed kan uitdrukken. Toch is de liefde tussen kleinzoon en opa voelbaar.
Een ander mooi lied over familiebanden is “Ma”. Martens heeft nooit aan zijn moeder gevraagd wat ze eigenlijk had willen worden. Al op vroege leeftijd ging ze van school, om te helpen bij het verzorgen van haar acht jongere broertjes en zusjes. Daarna werd ze huisvrouw, zo ging dat destijds. Het antwoord van zijn moeder was: “actrice”, iets wat Martens niet had kunnen vermoeden.
Na een nummer over de voorliefde voor oudbouw en over saoto soep met Madame Jeanette sambal, zijn we aan het eind gekomen van de reis door Martens’ leven. De Vlaamse dames hebben genoten. En ik ook.
Tijdens Delft Fringe Festival 2013 maakte ik voor het eerst kennis met Eva van den Bosch en was direct onder de indruk. Ik ben blij dat ze ook op deze editie weer haar opwachting maakt, samen met haar vaste begeleidster Deborah van der Velde. Hun voorstelling “Laat me. Met rust.” komt uitermate goed tot zijn recht in de Genestet Kerk.
“Een grofvolkoren muziektheatervoorstelling in een handige portieverpakking on-the-go”, zo omschrijft Eva haar voorstelling en dat is meteen een staaltje van haar originele woordgebruik. Eva maakte deze portieverpakking van precies een halfuur speciaal voor Fringe. Staande op de zijbalkons heten Eva en Deborah ons met zalvende stemmen welkom bij de cursus “Laat mij met rust”.
Deborah neemt plaats achter haar keyboard en Eva gaat voor de kansel staan. “Als we nou eens begonnen met het einde. Als we nou eens begonnen met de dood”, zingen de dames en voegen de daad bij het woord.
Eva beklimt de kansel en kruipt in de huid van een Brabantse uitvaartleidster, die de begrafenis van “ons Jos” begeleidt. Gaandeweg wordt het blijmoedige, positieve verhaal van de uitvaartleidster steeds schrijnender. Jos had eigenlijk een groene begrafenis gewild in een rieten kist met een dienst in de natuur. Maar daar was de familie op tegen en nu wordt Jos zo goedkoop mogelijk onder de grond gestopt.
De “duurzaam, groen en gezond”-trend wordt door Eva behoorlijk op de hak genomen en loopt als een rode draad door het programma heen. Natuurlijk doet Eva ook haar best om goed en gezond te leven en gaat daarom op yoga, waar ze een Duitse yogalerares treft, die ze met verve neerzet.
Via een scène met twee-mannetjes-op-een-bankje die een moestuin willen beginnen, maar vervolgens alles wat groen is van hun boterham af gooien, komen we terecht bij een über zweverige mindfulness coach. “In de boekenkast vinden jullie mijn nieuwe boek “koken met mijn eigen ik” voor 49,95 euro. En als je denkt: dat is flink wat geld. Laat het los!”
Ach ja, goed en gezond leven is één ding, maar als de onbespoten tampons, quinoa en mindfulness je door de strot geduwd worden, krijg je al snel de neiging om te roepen: “Laat me met rust!” Niets meer moeten moeten en niets meer horen horen, is Eva’s devies. Het was een prettige hernieuwde kennismaking met de originele, eigen stijl van Eva van den Bosch.
Van de ene Marco (Martens) loop ik via de Markt, waar een enorme roze kerk is verrezen, naar de andere Marco (Lopez). What’s in a name? De Marco’s blijken onderling behoorlijk te verschillen.
Was Marco Martens subtiel in zijn aanpak, Marco Lopez is meer van het “van dik hout zaagt men planken”-type. Lopez begint met de vraag: “Hoe gaat het met je?” Het standaard antwoord is natuurlijk “goed”. En, inderdaad, we hébben het goed. We douchen met drinkwater, zitten, bij wijze van spreken, in een bubbelbad van Spa, dus waar hébben we het over. Een interessant gegeven, doch het blijft bij een los eindje.
Aan energie ontbreekt het niet bij deze spring in ’t veld met Portugese roots. Hij is met recht een ongeleid projectiel: zijn voorstelling hinkt op vele gedachtes. Nergens is een rustmoment ingebouwd. Of het moet zijn op het moment dat Lopez iemand uit het publiek pikt en de man een langdurige hug geeft.
Lopez eindigt zijn voorstelling met een demonstratie aerobics. Dat doet hij goed, maar aan de voorstelling voegt het niets toe. Ik had graag wat meer rode draad willen zien.