Ik sluit het Delft Fringe Festival af met een overdosis aan kunst en cultuur: een Vermeertour, inclusief drie verrassingsvoorstellingen. Het is de eerste keer dat het festival samenwerkt met een stadsgids. De aandacht voor Vermeer en de ontdekking dat het echte straatje niet ver van het Rietveld Theater af ligt, vormen de aanleiding.
Tekst: Marie-Jet Eckebus
Op de Markt ontmoet ik stadsgids Vanessa Brussée. Een stel uit Den Haag met een negenjarig zoontje sluit zich ook aan. Het is leuk een nieuwsgierig jochie erbij te hebben, want door zijn onbevangen vraag, komen we op een plek die Vanessa niet op haar programma had staan: De Bierfabriek. Delft kende in de Gouden Eeuw vele bierbrouwerijen. Het Delftse bier viel zó in de smaak dat het zelfs geëxporteerd werd naar België en Duitsland. Wat heeft bier nu met Vermeer te maken? Door de handel in bier was Delft een rijke stad. De handelaren konden zich kunst permitteren en gaven (portret)opdrachten aan schilders. Daar profiteerde Vermeer van.
Niet dat hij daardoor binnen liep. Hij was een perfectionist en schilderde tijdens zijn korte leven slechts 37 schilderijen. Daar betaalde hij zijn dagelijks brood mee. Letterlijk, want aan de wand bij de bakker hingen een paar van zijn werken. Omdat Vermeer zijn schilderijen vaak als betaling gebruikte, bleef er uiteindelijk niet één in Delft. “Het straatje” is momenteel t/m juli in Museum het Prinsenhof te zien, maar gaat daarna terug naar het Rijksmuseum.
Vermeer en zijn gezin van vijftien kinderen woonden in bij de moeder van zijn vrouw, op de plek waar nu de Maria van Jessekerk staat. Het huis was vrij groot en had acht kamers.
Zo zoetjes aan lopen we richting Museum Paul Tétar van Elven, het voormalige woonhuis van een kunstverzamelaar. Daar zien we de eerste verrassingsvoorstelling: Jan Drost en de Vertoning met “Plato was een Spice Girl”. Ik heb deze voorstelling nog niet gezien, dus dat komt mooi uit! De locatievrijwilliger heeft mooie plaatsen voor ons vrijgehouden.
“Er zit wel een 18+ moment in de voorstelling,” waarschuwt Jan Drost, met oog op het jongetje van negen. Zijn ouders wagen het erop.
Jan stelt ons een vraag die ik al vaker voorbij heb horen komen tijdens het Delft Fringe Festival: “Wat is liefde?” Daar zijn heel wat antwoorden op mogelijk. Jan zoekt het in de filosofische hoek. Zo zei Nietzsche: “Men moet leren liefhebben”. En in het “Symposium” van Plato staat beschreven dat mensen ooit uit één wezen bestonden, doch door Zeus werden gescheiden in man en vrouw. Daardoor gaat men op zoek naar zijn “wederhelft”. Gitarist Jeroen van der Velde en zangeres Barbara Knapper zetten “Two become one” in, van The Spice Girls.
Zo komen nog een aantal ideeën over liefde van filosofen als Schoppenhauer en Stendhal aan bod, muzikaal geïllustreerd met nummers van Madonna, Elvis Presley en Joy Division. Het beloofde 18+ moment is hilarisch: Barbara Knapper begeleidt zichzelf op accordeon en zingt een medley van de meest uiteenlopende liedjes waar het woord “seks” in voorkomt. Na afloop vraagt ze aan de jongste toehoorder: “Leef je nog?”
In deze met humor en muziek doorspekte filosofische lezing zit geen enkele saai moment. Er worden aardig wat filosofische uitspraken over ons uitgestrooid waarvan je denkt: dát is een goeie. Liefde vergt onderhoud, dat is zeker. En twijfel is goed. Twijfel móet zelfs. Met het mooie, verstilde “Our house” van Crosby, Stills, Nash & Young nemen Jan Drost en De Vertoning afscheid van ons. Het was een half uur vol wijze levenslessen. Nu maar zien of ik het allemaal kan onthouden en in de praktijk kan brengen!
We gaan verder met de Vermeertour. Ondertussen heeft zich een oudere dame bij ons aangesloten. Door de Nickersteeg lopen we naar het Oude Delft. Vanessa vertelt ons dat “nicker” niet van het scheldwoord afkomstig is, maar een verbastering is van “den icker”, wat “watergeest” betekent. Op het Oude Delft wijst Vanessa ons op het voormalige Barbara klooster. Het torentje lijkt op het torentje op Vermeer’s schilderij “Gezicht op Delft”, maar schijn bedriegt.
We zijn bij de volgende locatie aangekomen: Breestraat 2, een woonhuis dat enigszins weggedoken staat achter een rozenboog. Hier zien we “Kom maar bij mij”, de voorstelling van Jetteke Hendriks. Ik had haar optreden zaterdagavond al gezien en was toen niet onder de indruk. Ik vond het hysterische karakter van haar voorstelling wat teveel van het goede. Maar deze keer, gespeeld in een grotere ruimte, vind ik Jetteke beter uit de verf komen. Haar imitatie van haar rokende, immer zorgzame moeder levert leuke interactie op met het publiek. De Tommy Teleshopping scène is voor velen herkenbaar. Jetteke eindigt op bijna filosofische wijze met de liedtekst “wees tevreden met onvolmaakt”.
We trekken weer verder met onze gids en komen uit op de Markt. Daarna verder langs de Voldersgracht. Daar stond het gebouw van het St. Lucas Gilde, waar Vermeer bij aangesloten was. Het gebouw is gedetailleerd nagebouwd en herbergt het Vermeer Centrum. Op nummer 46 was ooit Vermeer’s geboortehuis.
We naderen de straat waar Vermeer zijn “Straatje” schilderde: de Vlamingstraat. Dan zijn we slechts enkele stappen van het Rietveld Theater verwijderd. Daar zien we onze laatste voorstelling: “Breakin’ Out” door Fractal, supported by ISH. Het is een dansvoorstelling die ik zelf nooit zou hebben uitgekozen. Toch ben ik blij dat ik het nu zie. Hoewel de symboliek van het stuk mij ontgaat, vind ik de vormen die de twee dansers met hun lichamen maken erg mooi. Het zijn knappe staaltjes van acrobatiek. Bovendien ben ik blij dat ze geen gebruik maken van de geijkte breakdancemuziek, maar voor subtielere muziek hebben gekozen.
Ik vond deze Vermeertour met voorstellingen een mooie afsluiting van tien dagen Delft Fringe Festival. Het is een goede combinatie. Waarschijnlijk wordt de samenwerking tussen Fringe en stadsgids Vanessa volgend jaar voortgezet. Dan niet als Vermeertour, maar met een ander thema.
Samen met Vanessa en één van de deelnemers aan de tour drink ik een glaasje prosecco in de binnentuin van het Rietveld Theater en we proosten op een geslaagde middag en een geslaagd Delft Fringe Festival. Tot volgend jaar, tot Fringe!