‘We gaan niet nóg een jaar overslaan’ .

24 mei 2021

Een stralend lichtpuntje. Dat wil het Delft Fringe Festival dit jaar zijn. Voor het publiek, dat de kans om werk van veelbelovende jonge makers te zien vaak al meer dan een jaar moet missen. Maar nóg meer voor de jonge makers zelf, van wie de meesten in deze coronatijd letterlijk snakken naar een podium. Festivaldirecteur Roel Beeftink-Funcken: “In deze tijd waarin honderden eerder geannuleerde voorstellingen straks alsnog moeten worden gespeeld, staan de jonge makers bij veel Nederlandse theaters voorlopig achteraan in de rij. Maar niet bij Delft Fringe Festival! Ook al vindt ons festival dit jaar digitaal plaats: we hopen dat heel veel mensen deze grote namen van de toekomst een warm hart toedragen en hun producties dus online zullen bezoeken.”

Interview: Astrid van Leeuwen 

Het hele programma stond al in de steigers, alle makers waren al gecontracteerd: Delft Fringe Festival zou in mei 2021 weer live gaan, zo dacht het festivalteam begin december 2020 nog. Maar nadat het kabinet eind vorig jaar weer verscherpte coronamaatregelen had aangekondigd, begon de twijfel toe te slaan. Roel Beeftink-Funcken: “Na de feestdagen zaten we elkaar hier op kantoor een beetje apathisch aan te kijken. Toen we de festivaleditie in 2020 annuleerden, dachten ook wij: ‘Volgend jaar zal alles wel weer bij het oude zijn’. Dat dat niet zo is, was een flinke domper, maar één ding wisten we zeker: we gaan niet nóg een jaar overslaan.”

Was er in 2020 eigenlijk geen tijd om nog op een kwalitatief hoogwaardige online-editie over te schakelen, nu wilden Beeftink-Funcken en zijn team op alles voorbereid zijn en dus werd al in januari besloten om ‘toch maar online te gaan’. “We wilden vooral ook de makers de tijd geven om de noodzakelijke omschakeling te maken en we wilden daarnaast alle ruimte hebben om hen daarbij te begeleiden. Want hoe doe je dat als jonge maker: opeens via het beeldscherm een band opbouwen met je publiek? Niet iedereen stond bij die uitdaging ook meteen te springen. Een aantal makers wilde dan ook liever wachten tot ze wel weer live kunnen spelen, maar de meesten zijn de uitdaging vol enthousiasme aangegaan en zagen er een kans in om zichzelf als het ware opnieuw uit te vinden.”

Bijzondere locaties
Dat neemt overigens niet weg dat alle voorstellingen wél live gespeeld zijn. Begin deze maand werden 29 producties opgenomen in de Delftse Sigarenfabriek en één in Museum Prinsenhof Delft. Zonder publiek, maar met veel preventief testen en een uitgebreid coronaprotocol. Een omschakeling naar een online-editie betekent ook een grote omschakeling voor het vaste Delft Fringe Festival-team en voor de jaarlijks meer dan honderd vrijwilligers. Beeftink-Funcken: “Het is geweldig om te zien hoe flexibel iedereen is. Zo pakte ons hoofd productie zijn vak als cameraman weer op en ons hoofd programma zijn vak als geluidstechnicus. En alle medewerkers hebben meegedacht over wat we verder nog kunnen toevoegen aan het festival om ook deze editie onvergetelijk te maken.”

Opgekropte speelbehoefte 
Van de dertig voorstellingen in uiteenlopende genres licht Beeftink-Funcken er graag een aantal uit. “Ik vind Playstation Blackout van Alienated echt heel tof. Een choreografie als een videogame, waarbij de dansers/acrobaten gezeten op hoge scheidsrechterstoelen het ‘gevecht’ aangaan op de binnenplaats van Museum Prinsenhof. Heel bijzonder vind ik ook Vuist boven de grond, een muziektheaterproductie van Bart Hoevenaars, geïnspireerd door de poëzie van Leo Vroman. Bij deze voorstelling ervoer ik zoveel ‘opgekropte speelbehoefte en speeldrang’. Tijdens de uitvoering hing er zó’n deken van concentratie in de zaal, de voorstelling kwam zó binnen, dat ik mij opeens weer realiseerde hoezeer ik dit heb gemist. En dan nog een productie die ik zelf niet gezien heb, maar waarover mijn hele team het nog steeds heeft: de familievoorstelling Soepsteen van Jehee Vertelt. In een keukenachtige setting nemen twee ‘koks’ het leven en de politieke arena door. Rode paprika’s, oranje wortels, groene broccoli: de relatie naar diverse politieke partijen is – in elk geval voor de volwassenen in het publiek – snel te leggen.”

Een zeven meter hoog roze konijn
Opmerkelijk genoeg zijn er amper voorstellingen gemaakt waarin corona een rol speelt, afgezien van een enkele komische verwijzing, waarbij bijvoorbeeld na een nies van een van de spelers meteen zijn handen worden gedesinfecteerd. Thema’s die dit jaar regelmatig opduiken, zijn onder meer feminisme, gender en identiteit, prestatiedruk en sociale tradities. Beeftink-Funcken: “Deze zullen ook ruim aan bod komen in de Delft Fringe Nights die we dit jaar voor het eerst gaan organiseren. Wanneer je als toeschouwer kiest voor een van deze avonden, zie je twee à drie producties en woon je een talkshow bij onder leiding van onze eigen Eva Jinek: Dide Vonk. Maar ook als je losse voorstellingen boekt, is er altijd een aftertalk, waarbij je – net als tijdens de live-festivaledities – in gesprek met andere bezoekers kunt gaan.”

Vanwege de coronamaatregelen kunnen alle makers dit jaar helaas niet uitgebreid ‘parade’ in de Delftse binnenstad maken, maar voor hulp bij het maken van je keuze kun je als toeschouwer wel terecht in het nieuwe Delft Fringe Paviljoen op de Markt: een zeven meter hoog roze konijn, ontworpen door studenten van de TU Delft. Beeftink-Funcken: “Het is de start van een spannende samenwerking met de TU, die hopelijk de komende jaren op nog veel meer manieren vorm krijgt.”

Met dank aan

Subsidiënten en begunstigers