Sopraan Sanne Vleugels was met haar voorstelling De Eeuwige Bruidsmeisjes vorig jaar dé hit van Delft Fringe Festival. Met een overtuigende meerderheid sleepten zij en haar toenmalige artistieke partner Astrid Klinkenberg de Publieksprijs in de wacht. Dit jaar keert Sanne terug op het festival met de nieuwe, prikkelende opera-cabaret-productie How to be a Prima Donna, die ze samen met Anouk Antonissen speelt en zingt. “Humor is onze troef”, zegt ze. “Als je mensen aan het lachen kunt maken, kun je ze ook in hun hart raken.”
Tekst: Astrid van Leeuwen
Ze is net terug van Sicilië, waar ze privélessen volgt bij de Italiaanse bariton Carmelo Corrado Caruso. En overmorgen vertrekt ze naar Antwerpen, om er – als enige Nederlandse in de cast – een serieuze sopraanpartij te vertolken in de musical Sweeney Todd. Sanne Vleugels timmert flink aan de weg als klassieke operazangeres, terwijl ze haar mastergraad aan Fontys (later dit jaar) nog moet behalen. De 24-jarige Tilburgse heeft grote dromen, maar is tegelijkertijd reuze nuchter: “Ik wil dolgraag de grote rollen in het operarepertoire vertolken, de wereld overreizen, maar als sopraan een internationale solocarrière opbouwen, is iets wat tijd nodig heeft. Je moet als het ware ‘in het repertoire groeien’.”
En dus slaat ze in de tussentijd, haar achternaam indachtig, haar vleugels ook in andere richtingen uit. Met daarbij een duidelijke missie: “Opera heeft bij het grote publiek vaak toch nog een saai, stoffig, oubollig imago. Zelf ben ik opgevoed met klassieke muziek, maar ook ik had vroeger dat soort vooroordelen. Mijn eigen interesse lag aanvankelijk vooral bij musical, maar nadat ik op Fontys door tenor Harry Ruijl ben gescout, is er voor mij echt een wéreld opengegaan. Ik heb sindsdien een enorme liefde voor opera opgevat en die liefde groeit nog elke dag. Ik doe dan ook niets liever dan bewijzen dat opera helemáál niet saai en stoffig hoeft te zijn.”
Van haar zangdocenten hoorde ze regelmatig dat ze, naast een groot, expressief acteertalent, over een uiterst komische timing beschikte en die gave buit ze graag uit. “Mensen verwachten het niet, maar opera kan ook heel komisch zijn. Daarbij: een van de barrières bij opera is vaak toch de taal, mensen verstaan niet wat er gezongen wordt. Met humor en een heel fysieke manier van je verhaal vertellen kun je dat doorbreken. Opeens ontdekken mensen dat opera ook heel toegankelijk en grappig kan zijn en dat veel klassieke operaverhalen tijdloos en dus heel herkenbaar zijn.”
Als ze die omslag bij het publiek ergens bemerkte, dan was het wel vorig jaar tijdens Delft Fringe Festival. “Dat begon al toen ik in mijn bruidsjurk de straat op ging om live op straat te ‘tinderen’, waarbij ik zo nu en dan in een aria uitbrak. Doodeng om te doen, maar ook zó ontzettend leuk.” Lachend: “Mensen stonden echt versteld van het geluid dat mijn strot uitkwam.”
Terugkijkend zegt ze: “Het hele festival was zo’n super toffe ervaring. Het is absoluut een warm bad waar je als jonge maker in ondergedompeld wordt. Alle medewerkers zijn zó enthousiast, zó behulpzaam, zó tof. Astrid (Klinkenberg – red.) en ik hebben onze voorstelling “De Eeuwige Bruidsmeisjes”maar liefst acht keer op heel verschillende locaties mogen spelen: hóe geweldig is dat! De sfeer was fantastisch, het publiek was enorm ‘open minded’; veel mensen gingen na de voorstelling het gesprek met ons aan. Dat we vervolgens ook nog de publieksprijs wonnen, was echt bizar! Het gaf me een enorme boost, ik vond het zó’n geweldige erkenning van het genre opera.”
Er zijn diverse opdrachten voortgekomen uit haar deelname aan Delft Fringe Festival en belangrijker nog, aldus Sanne: “Het opent deuren. Je hebt toch meteen een soort ‘kwaliteitsstempel’, opeens sta je aan de andere kant van de lijn. En je bouwt een publiek op: mensen die me in Delft hebben gezien, zijn ook naar mijn optreden op het Grachtenfestival of in het Amsterdamse Tapas Theater gekomen.”
Haar nieuwe productie “How to be a Prima Donna”, die ze dit jaar samen met ‘prima donna’ Anouk Antonissen tijdens Delft Fringe Festival lanceert, is, zegt ze, ‘een interactieve mini-opera over grote dromen en ambities van twee jonge operazangeressen… en de confrontatie met de werkelijkheid’. Dat klinkt autobiografisch en deels klopt dat ook: “We vertellen geen leugens, maar alles is natuurlijk wel enorm aangezet en uitgelicht. Humor is onze troef. Als je mensen aan het lachen kunt maken, kun je ze ook in hun hart raken.” Het publiek wordt via ‘verschillende interactieve spelletjes’ nauw bij het optreden betrokken. “Al is het maar om te laten zien dat de meeste mensen veel meer operamuziek kennen dan ze zich realiseren.” En ja, ze gaat zéker ook weer ‘parade maken’ op straat. “Nu ik dit jaar, als onderdeel van de prijs van vorig jaar, ook het campagnebeeld model ben, zal dat alleen nog maar meer worden. En echt: ik kán niet wachten. Ik heb er nu al zó veel zin in. Delft Fringe Festival is gewoon één groot feestje.”