Gisteren zocht ik het al hoger op door twee steile trapjes te beklimmen in Molen De Roos, vandaag doe ik er een schepje bovenop: via 99 traptreden klim ik omhoog in de watertoren. Ik kom in een witte, rond lopende ruimte terecht. In het midden een ronde kolom, het voormalige waterreservoir. Hier speelt zich ‘Kinderspel’ af.
Een man en een vrouw spelen al jarenlang ‘vadertje en moedertje’. Al hun dagelijkse bezigheden vertalen ze naar kinderspel. Ze vangen wensen, hebben ruzie door elkaar achterna te zitten met denkbeeldige pistolen en rouwen om een dode hond die verbeeld wordt door een takje. Zelfs seksen wordt op een kinderlijke manier tot uiting gebracht: de spelers staan naast elkaar en zeggen op een droge manier zinnen als: “Jij ging op mij liggen” en “Jij zei: ja, ja, ja.”
Langzaam komen we tot de kern van hun onwerkelijke werkelijkheid. Ze leven in hun eigen wereldje om de waarheid niet onder ogen te hoeven komen. De man wil in dat wereldje blijven, terwijl de vrouw er klaar voor is om door te gaan.
De ruimte werkt zowel in het voor- als in het tegendeel van de spelers. Door de hoogte is er een enorme galm. De teksten zijn daardoor lastig te verstaan. Daarentegen maken de spelers handig gebruik van het waterreservoir, door er omheen te rennen.
‘Kinderspel’ wordt op een mooie, eerlijke manier gespeeld. Het is jammer dat de teksten niet aldoor te verstaan waren, maar de intentie van het stuk is duidelijk. Dat twee volwassenen zich kinderlijk gedragen werkt vervreemdend en wekt nieuwsgierigheid op. Waardoor zijn die twee zo geworden? Het wordt niet letterlijk uitgesproken, maar dat is niet nodig.
Kaarten voor Rajja Gomez Iglesias
Voorstelling gezien op zaterdag 5 juni
Tekst: Marie-Jet Eckebus
Foto: Erwin van Tongeren